Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Gert Slabbaert

Met de vlam in de pijp...

 

Gert

Slabbaert




“Scheur ik door de Brennerpas, met m'n dertig tonnen diesel…” Ik durf wedden dat je moeiteloos het liedje verder kweelt. Ergens in de jaren zeventig bezong Henk Wijngaard de besognes van een truckchauffeur en het nummer is doorheen de jaren een evergreen geworden. Wat ook een evergreen geworden is, is de karavaan trucks die iedere dag een staatsgreep pleegt op onze snelwegen. Als je dagelijks de baan op moet, kan je er ongetwijfeld van meespreken. Sommige truckchauffeurs verkiezen de Belgische files en vinden na hun dagelijkse kilometers de weg terug naar moeder, de vrouw. Anderen zoeken hun heil iets verder. Internationaal heet dat. Vaak zijn ze drie, vier dagen onderweg en vreten kilometers dat het een lieve lust is. Zo ’n man is Gert Slabbaert. Als jonge snaak was hij gebeten door de microbe. Met zo’n mastodont de baan op, dat was zijn jongensdroom.
 
     

 

Gert is een oud-leerling van mij. Toen ik hem de vraag stelde, kreeg ik onmiddellijk een positief antwoord. Alleen, voegde hij er aan toe, ik ben niet zo dikwijls thuis. Dat begreep ik maar al te best. Toch lukte het op een zaterdagvoormiddag Gert thuis te vinden. Hij was aan ’t voetballen met Roan, zijn zoontje, die de tijd dat paps thuis was zo optimaal wou benutten. Aan de keukentafel is er tijd voor een babbel…

Virus
Zijn truckvirus heeft hij opgelopen toen hij elf, twaalf jaar oud was. Zijn nonkel was chauffeur bij Transport De Bock. Hij reed vaak naar Luxemburg, Marseille… Op een dag vroeg hij aan Gert of hij geen zin had om eens mee te rijden. Dat moest hij Gert geen twee keer vragen. Na de eerste rit begon het al te kriebelen. Hij keek uit naar iedere vakantie zodat hij terug de baan op kon met zijn nonkel Luc. Gert was ook een fervent voetballer en op een bepaald moment moest hij kiezen tussen zijn sport en de ritjes met de camion. Hij gaf zijn voetbal op om te kunnen meerijden. Gert was duidelijk verkocht en vrachtwagenchauffeur worden was het enige dat nog telde.

 

School
Gert volgde in het Pius X-instituut de technische richting maar hij wist dat er in Gent een opleiding bestond voor vrachtwagenchauffeur. Na lang zagen mocht hij dan toch naar het KTA Gent. Zijn klastitularis in het Pius X-instituut raadde hem dat af maar Gert had er geen oren naar, zijn besluit stond vast, hij trok naar het KTA. Die school was voor een knaap van zestien de max. In die twee jaar kreeg hij een volwaardige opleiding. Naast talenkennis, toegepaste aardrijkskunde, verkeersregels, automechanica, vertelt Gert, was er ook een grote brok praktijk. En dat was pas tof. Vanaf je zeventiende leer je met een instructeur verschillende vrachtwagencombinaties besturen op het oefenterrein in de haven van Gent.
Je kunt je best voorstellen, vervolgt Gert, dat ik graag naar school ging. Naast de voorbereiding op het rijbewijs leerden we ook hoe we een vrachtwagen moesten laden met een vorklift, de vracht verdelen, vastmaken en afdekken met een dekzeil…. In het laatste jaar werden we ook voorbereid om het getuigschrift ADR te behalen. ADR staat voor Accord Européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route of simpeler gezegd het getuigschrift dat je moet hebben wil je met gevaarlijke stoffen de baan op. Ik heb een prima opleiding gekregen, zegt Gert.

De startblokken

 

 

Op zijn achttiende had hij zijn diploma op zak en kon hij dus aan de slag. Vrachtwagenchauffeur is een van de vele knelpuntberoepen en werk vinden was dus ook geen probleem. Hij vond onmiddellijk werk bij de firma Wauters in Hamme. Dit bedrijf is gespecialiseerd in tanktransport. Twee weken heb ik het er volgehouden, bekent Gert. Ik was veel te onzeker, ik peinsde heel de tijd dat er nog iets open stond en dat was geen leven zo. Dus keek hij uit naar ander werk. Dat vond hij bij Vapo, Vlees & Vleeswaren in Lokeren. Mijn eerste rit, gaat Gert verder, was naar Nantes in de Loirestreek. Dat was wel efkes slikken, lacht Gert, maar het is me toch gelukt. Twee jaar heb ik daar gebold en reed ik er op Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal…   Als er één land is dat Gert zijn hart gesloten heeft dan is het ongetwijfeld Portugal. Het prachtige landschap, de vriendelijke mensen, het klimaat… Ze mogen me alle weken naar Portugal sturen, zegt Gert. In het milieu, als ik het zo mag noemen, zegt Gert, voelde ik me onmiddellijk thuis. Ik leerde heel wat collega’s kennen die na verloop van tijd vrienden werden. Vrienden die vaak afspraken om samen naar bv. Spanje te rijden. Op een bepaalde plaats spraken ze af en dan vertrokken ze samen. Met hun CB-zender konden ze tijdens de tocht met elkaar babbelen, tateren of moppen vertellen en door deze vriendschappen worden lange ritten korter.

Een nieuwe job

 

 

De vrachtwagen van Gert in Italië
Na die twee jaar leerde hij chauffeurs kennen van FTO, een internationaal transportbedrijf dat opgericht is in 1989 en gespecialiseerd is in geconditioneerd vervoer, voornamelijk van bloemen en planten. Een paar zondagen reed hij mee met een collega van Floréac en het werk beviel hem beter dan bij Vapo. Dus maakte hij de overstap en al twaalf jaar voert hij nu planten uit over heel Europa: Zwitserland, Oostenrijk, Engeland, Schotland, Italië, Slowakije... Dit transport heeft ook een paar voordelen. Daar hij levend materiaal vervoert, moet hij geen rekening houden met het rijverbod tijdens de weekends in Zwitserland, Frankrijk en Duitsland. Een ander voordeel is dat planten de vrachtwagen wel volledig vullen maar een pak minder wegen dan andere ladingen. Dat maakt dat zijn vrachtwagen sneller is dan wagens met een zware vracht. Dat scheelt een pak als je in de bergen rijdt, verduidelijkt Gert.  

Werkweek

 

 

De werkweek van Gert begint meestal op zondagmiddag rond elf uur. De camion wordt geladen en rond de middag vertrekt hij dan met zijn mastodont van bijna 19 meter lang, geladen met 48 karren met planten. In de loop van de maandag levert hij die op zes à tien verschillende adressen en op dinsdag is hij dan rond de middag terug thuis. Dinsdagnacht vertrekt hij dan terug rond twee-drie uur voor een tweede rit richting Engeland. Daar heeft hij meestal 15 à 23 adressen om te leveren, afhankelijk van de vraag. Met wat geluk is hij vrijdagnamiddag dan terug thuis maar het gebeurt dat hij pas zaterdag terug is in zijn heimat. Vroeger had hij maar om de twee weken een weekend. Hij vertrok dan op vrijdag naar Portugal om pas op vrijdag weer te keren. Het weekend had hij dan vrij om op maandag naar Oostenrijk te vertrekken en donderdag terug thuis te komen.   ’s Vrijdags stond er dan terug Portugal op het programma. Qua weekends heeft hij dus nu wat meer ademruimte. Chauffeurs moeten verplicht tijdens het weekend 45 uren rust hebben. Vooral in Engeland wordt hierop erg streng toegezien. Gert was bij een bepaalde controle niet in orde met zijn rij- en rusttijden. Normaal moet je dan 45 uren aan de kant gaan staan maar advocaat als hij is, heeft Gert het toch klaargespeeld dat hij zijn reis mocht verder zetten. De boete heeft het bedrijf betaald. Enkel de snelheidsovertredingen moeten de chauffeurs zelf betalen. Ooit heb ik eens een boete gehad toen ik 80 reed op een plaats waar 60 het maximum was. Zo’n boete is een spijtige zaak, zucht Gert, want heel je loon van die dag hangt er aan.
Gert Slabbaert voor zijn truck   Voor- & nadelen
Aan ieder beroep zijn voor- en nadelen. De verdienste van een chauffeur die het buiten onze landsgrenzen gaat zoeken is allesbehalve slecht maar Gert klopt wel 70 uren per week (rij- en werkuren) en ook is er een vergoeding van 33 euro voorzien per nacht dat hij van huis is. In de maand maart bv. waren er dat 22. Een echte huisduif kan je Gert dus moeilijk noemen. Gert is tevreden over zijn firma, ze zijn heel correct en zagen nooit over de gepresteerde uren. In die veertien jaren dat Gert met zijn vrachtwagen bolt, heeft hij maar één ongeluk gehad. Hij was gaan laden in Lochristi en in de gietende regen reed hij naar Zele via de oude baan. In Overmere aan de Klappel kwam er een auto van rechts en Gert had hem niet opgemerkt. Gelukkig was het enkel blikschade, vertelt Gert, en ik hoop echt dat ik van verdere ongelukken gespaard mag blijven.
Ook talen zijn erg belangrijk. Gert beweert niet dat hij een polyglot is maar kan toch aardig zijn plan trekken in het Frans, Engels, Duits, Spaans, Portugees… Mensen ter plekke waarderen dat heel erg, zegt Gert, en ik vind het ook wel leuk die talen. Sommige collega’s rijden bijvoorbeeld al twintig jaar op Spanje en kunnen nog geen vijf woorden Spaans, dat snap ik niet. Vrachtwagenchauffeur is ook niet het gezondste beroep. Je hebt sowieso weinig beweging en, vertelt Gert, tot voor drie jaar rookte ik meer dan een pakje per dag. Daar ben ik gelukkig vanaf. Sinds ik gestopt ben, ben ik ook beginnen sporten. Lopen is nu iets dat ik meerdere keren per week doe en ik voel me er goed bij. Ook het culinaire is voor veel vrachtwagenchauffeurs een probleem. Je moet aan de verleiding van al die Quicken en Mac Donaldsen weerstaan want het samenspel van dat fastfood en een zittend beroep is nefast voor je gezondheid, vertelt Gert. Op sommige plaatsen kan je een vrij deftig dagmenu krijgen maar in mijn nieuwe vrachtwagen is er een microgolf voor handen en kan ik dus maaltijden van huis meenemen. Dat zal alleszins beter zijn dan wat je onderweg op je bord krijgt.

De voorzieningen voor truckers verschillen erg van land tot land. Vooral in Engeland zijn de voorzieningen voor vrachtwagenchauffeurs erg povertjes. Een douche nemen is daar een groot probleem, gaat Gert verder, met als gevolg dat er in het wereldje van de truckers een aantal vuilaards rondlopen die ons zo een imago bezorgen dat we niet verdienen. Vooral op de Polen en de Bulgaren heeft Gert het niet begrepen. Op sommige parkings langs de autosnelweg komen die mannen samen, zitten er te pintelieren dat het een lieve lust is, laten een pak zwerfvuil achter. Niet te doen, zucht Gert, ik voel me soms een buitenlander in mijn eigen land!
Truck  

Truck

Imago

 

Eentonig?

Truckers hebben vaak een stoer imago. Dikwijls gekleed in short en een marcelleke en met een paar tattoos op de arm. Gert is eerder een buitenbeetje. Als je hem ziet, zou je er niet onmiddellijk een trucker van maken. Gert is tenger en niet te groot van gestalte. Hij vertelt ook geen cowboyverhalen zoals sommige van zijn collega’s aan de toog in de routiers. Als hij zich al eens laat verleiden om een pint te gaan drinken, dan is het enkel als hij met wat vrienden-collega’s wat kan bijbabbelen. Ook zijn truckercabine oogt sober. Wat foto’s van zijn kroost, een knuffel en een nummerplaat met zijn naam erop. Geen afbeeldingen van vrouwen met veel volk in de statie of een sliert vlaggetjes uit alle landen. Die mannen met die vlaggetjes, die zitten iedere avond thuis naar ‘Thuis’ te kijken, lacht Gert.   Is het soms niet wat eentonig op de weg, vraag ik hem. O, dat valt wel mee, antwoordt hij, bepaalde delen van Frankrijk zijn echt saai maar eens voorbij de ‘Varkenskop’, een berg op de Grens van het Baskenland, kom je echt in een zuiderse sfeer, is het rustiger op de weg en ook leuker om te bollen. Onderweg speelt de radio en ik kijk rond en geniet van de mooie landschappen, zegt Gert, en als het kan schakel ik de CB-zender in op infokanaal 15 om wat met collega’s te kletsen. Sinds drie jaar heeft Gert ook een GPS in zijn vrachtwagen. Dat is een goed hulpmiddel, zegt Gert, maar ik kijk nog altijd op mijn kaarten, dan voel ik me iets veiliger. Als je blindelings je GPS volgt, kom je vroeg of laat in de problemen en rij je je hopeloos vast. Hij herinnert zich nog hoe hij plots met zijn camion van vier meter hoog voor een stadspoort van 1 meter negentig stond. Met een politie-escorte raakte hij gelukkig terug op de goede weg.
 

Een keer is hij bestolen. Hij had ’s nachts het raampje op een spleetje gelaten en terwijl hij sliep hadden ze al zijn geld, zijn bankkaarten en zijn visakaart gepikt. Met die visakaart hadden de dieven in een mum van tijd 78 000 Belgische franken afgehaald. Gelukkig was ik verzekerd, vertelt Gert, en vandaag moet je bijna geen geld meer meenemen. De meeste landen hebben een autotolsysteem waarbij alles onmiddellijk geregistreerd wordt en gefactureerd aan het bedrijf. Dat maakt het voor ons dan ook een pak makkelijker.

Hobby, vrije tijd & gezin
Veel tijd voor hobby is er niet. Sinds een paar jaar loopt Gert verschillende keren per week. Gewoon joggen voor de fun en een gezond lichaam. Voor het overige heeft hij één passie het Formule 1. Van die wedstrijden kan hij eindeloos genieten, misschien is het wel het contrast van de snelheid. Maar wat er zonder concurrentie in zijn bovenste schuif ligt, is zijn gezin. Gert is getrouwd met Sandra De Koning. Noa (11) en Roan (7) zijn zijn twee oogappels waar hij, als het kan, graag tijd voor maakt.
Alleen tijd is bij Gert zo kostbaar. De combinatie van een job, die zoveel tijd in beslag neemt, en een gezin is niet altijd even makkelijk. Noch voor hem, noch voor zijn vrouw. Gert is niet zo vaak thuis en de zorg voor de kinderen komt meestal op de schouders van Sandra terecht. Gert heeft het er soms erg moeilijk mee en hij steekt het niet onder stoelen of banken dat hij zijn vrouw bewondert voor de manier waarop zij het allemaal klaarspeelt. Ik geniet van elk moment dat ik thuis ben, zegt Gert, maar makkelijk is het niet. Ik ben graag thuis maar mijn vrouw en mijn kinderen willen er op de momenten dat ik er ben ook eens op uit. Het leven van een vrachtwagenchauffeur is echt niet simpel.

  Gert Slabbaert voor zijn truck
Gert Slabbaert achter het stuur   Gert is geboren in 1979. Hij heeft er al veertien jaar internationaal opzitten. Het werk op zich vindt hij nog altijd verdomd leuk maar… Ik zou nooit meer kiezen voor dit beroep, bekent hij. Ik weet het, ik heb ooit die goede raad van mijn leraar op Pius X in de wind geslagen. Ik wou mijn jongensdroom waar maken maar nu kom ik tot de constatatie dat ik geen andere kant uit kan. Mocht ik een ander diploma behaald hebben, zou ik meer mogelijkheden gehad hebben, kon ik andere wegen kiezen. Dat kan nu niet. Ik heb het vooral moeilijk met de combinatie van mijn werk met mijn sociaal leven en vooral met mijn gezin. Binnenlands transport is voor hem hoegenaamd geen optie. Gert baalt van de vrij egocentrische mentaliteit van onze binnenlandse chauffeurs. Da’s echt niet te doen, zegt hij. Discipline is soms ver te zoeken en het recht van de sterkste is meestal de regel.
Dus blijft Gert kiezen voor internationaal. Tegen beter weten in, zo’n slordige 150 000 kilometer per jaar. Met de vlam in de pijp…

Bedankt Gert voor onze babbel na al die jaren!

Mark De Block
10-05-2011

afdrukken

Met de vlam in de pijp... - Gert Slabbaert

Thuiskomen

 

© Mark De Block

Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.

Reacties en suggesties zijn altijd welkom